zaterdag 28 september 2019

De nachtstemmer - Maarten 't Hart


Gabriel 'Gabe' Pottjewijd is een orgelstemmer van beroep die eind jaren tachtig in een Zuid-Hollandse stad aankomt om er een kerkorgel, een Garrels-orgel, te stemmen. Het is een typisch personage zoals Maarten 't Hart deze graag omschrijft. Schuchter, beetje een eenzaat en onhandig met vrouwen.

Het ontvangst is wat sober. Een  discussie met de uitbater van het 'Te Huis voor Zeelieden' waar zijn opdrachtgever voor onderdak heeft gezorgd staat symbool voor de vreemde en soms komische   personages die de auteur in dit boek verwerkt.

   En dan blijkt het werk nog moeilijk te gaan nu er ingevolge de werkzaamheden op een scheepswerf heel wat herrie is. Gelukkig is er het aanbod van de  "mannenvereniging Schrift en Belijdenis" om de kerkorgel, een Seifert-orgel, van een andere kerk ook te stemmen.  Hij pendelt zo van de ene naar de andere kerk.

Pottjewijd is dus zo langer dan voorzien in dit toch wel grauwe stadje. En dat treft want hij maakt kennis met de bloedmooie Gracinha, weduwe van kapitein Edelenbos. Gracinha is afkomstig uit Brazilie. Ze is de moeder van de zwijgzame Lanna die Gabe assisteert bij zijn werkzaamheden. Bij dit stemmen moet er iemand lange tijd een toets ingedrukt houden terwijl de orgelstemmer zijn werkzaamheden verder zet. Saai werk dat Lanna echter perfect uitvoert.

Gabe raakt in de ban van Gracinha die toch wel af en toe last heeft van stemmingswisselingen. Bovendien, de moeder vertrouwt in feite niemand in de buurt van haar dochter.  Gaandeweg leren ze elkaar beter kennen en tolereren. Vooral omdat Gabe een positieve invloed blijkt te hebben op Lanna die spraakzamer blijkt te worden. Regelmatig vertoeft hij bij hen, ook al omdat Gracinha geweldig goed kan koken en het VGA'tje (vlees, groenten, aardappelen) in Te Huis voor Zeelieden' niet al te veel voorstelt. Hij probeert dan ook zijn Portugees wat te verbeteren om indruk te maken op Gracinha. Knotsgekke passage trouwens in het boek wanneer Gabe op zoek gaat naar een Portugese bijbel bij een bijbelverzamelaar, Kris Kloppenburg.

Dan gebeuren er allerlei vreemde zaken. Dreigbrief, achtervolgingen, geweerschoten, een moordpoging .... iemand is blijkbaar niet gesteld op Gabe zijn toenaderingspogingen tot de mooie weduwe. Kan Gabe zijn klus afwerken en durft hij zijn ware gevoelens uiten?

Kan een boek van Maarten 't Hart wel eens tegenvallen? Tot op heden is alles wat ik van deze auteur las steeds een voltreffer. Ook nu was dit het geval. Eindelijk weer eens nieuw werk van deze auteur die men nu eindelijk toch eens een prijs voor zijn ganse oeuvre mag geven.

Dit verhaal is zo bijzonder. Over een orgelstemmer, wie bedenkt het. Mooi hoe de auteur duidelijk met veel plezier allerlei weetjes over kerkorgels en ook klassieke muziek verwerkt in deze roman. Zonder dat dit verveelt. Ik kan geen kerkorgel meer zien of horen zonder aan Maarten 't Hart te denken. Ook, en hoe kan dit ook anders, komt Johann Sebastian Bach aan bod. Je krijgt zelfs een unieke lijst in deze roman als Gabe op zoek gaat naar een muziekstuk dat lijkt op de klaaglijke miauw van een poes.

..."Stravinsky? Natuurlijk, Stravinsky, dat was het, maar wat dan? Welk werk? Alleen strijkers, was er een werk van Stravinsky alleen voor strijkers?  Nee toch, er kwamen bij hem altijd wel blazers en slagwerk aan te pas, en meestal ook een piano, of wacht, ja toch - natuurlijk: Appolon musagète, dat was het, en niet die fantastische coda met die verschuivende ritmes, maar het deel daarvoor, de 'Pas de deux'.  Ja, die 'Pas de deux', dat moest toch welhaast het mooiste stukje muziek zijn dat in de twintigste eeuw was gecomponeerd, zoals het Air van Bach het mooiste stukje muziek was uit de achttiende eeuw, en het trio van het scherzo uit Schuberts strijkkwartet in G-groot het mooiste stukje muziek uit de negentiende eeuw."  

En dan dat sfeertje van die stad met zijn dickensiaanse figuren.....als men hem dit maar niet kwalijk neemt, want je voelt tegelijkertijd de liefde voor deze gemeenschap toch ook een beetje. Het is duidelijk dat het hier gaat om Maassluis, geboortestad van Maarten 't Hart. Volgens nazicht blijkt er trouwens wel degelijk een Garrels-orgel te zijn in de Groote kerk te Maassluis. Staat hoog genoteerd op mijn lijstje van nog te bezoeken steden.

Uiteraard zijn er de vele verwijzingen naar de bijbel. Ja, als ik een boek van Maarten 't Hart lees, dan is de bijbel steeds in de buurt. Hoofdstuk 20 is toch wel het hoogtepunt van deze roman. Een gesprek tussen Gabe en dominee Berenschot (de roman staat vol met deze Bordewijkiaanse namen) over het geloof. Gabe gelooft niet meer maar kent de bijbel nog uit het hoofd. De dominee is op zoek naar inspiratie voor zijn proefschrift omtrent geloofsafval. Gabe geeft duiding waarom hij niet meer gelooft. Maar de dominee geeft initieel geen weerwerk. Tenslotte geeft de dominee aan dat al de verhalen metaforen zijn. Blijkt zelfs dat Gabe de bijbel in de discussie die volgt beter kent dan de dominee! Symbolisch?

Dit is werkelijk een prachtig boek. Maarten 't Hart in topvorm!  

"De nachtstemmer" is uitgegeven door de Arbeiderspers (2019).



---
Over de kerkorgel in de Groote kerk van Maassluis
http://www.garrelsorgelmaassluis.nl/page28/garrels.html





vrijdag 27 september 2019

The Confessions of Frannie Langton - Sara Collins

What would you want to be remembered for? If you had one last page and one last hour, what would you write? In the end, this is what I choose. My account of myself. The only thing I'll be able to leave behind. That there were two things I loved: all those books I read, and all the people who wrote them. Because life boils down to nothing, in spite of all the fuss, yet novels make it possible to believe it is something, after all.  

Londen, 7 april 1826. We maken kennis met Frannie Langton die terechtstaat voor de moord op George en Marguerite Benham. Ze vertelt haar levensverhaal. 

Opgegroeid als slavin op een plantage te Jamaica. Ze is 'eigendom' van de familie Langton. Onmenselijke behandelingen. Op gegeven ogenblik mag ze in huis komen en krijgt lichter werk in het huishouden. Ze wordt opgevangen door een andere slavin Phibbah. Phibbah lijkt het goed voor te hebben met haar. 

Frannie leert lezen en schrijven van haar eigenares, Miss-bella. Mijnheer Langton houdt zich bezig met allerlei experimenten op lichamen. Walgelijk personage in deze roman. Frannie moet helpen.

Hij valt echter in ongenade bij de familie van zijn echtgenote en keert met Frannie terug naar Londen. Hij brengt haar naar de familie Benham. Geeft haar als het ware weg om te helpen in het huishouden. Het afscheid is voor Frannie de ultieme vernedering. Ook hier is het een kwestie van overleven voor Frannie. Hard werk in dit huishouden lijkt haar lot te worden. Ze raakt in de ban van Marguerite Benham. De gevoelens zijn blijkbaar wederzijds. Marguerite blijkt echter verslaafd te zijn aan laudanum. Mag Frannie nu eindelijk iemand vertrouwen? 

Het harde lot van slaven op de koloniale plantages. Een vergeten geschiedenis die door de auteur zeer confronterend werd omschreven. Er zijn wat duistere kantjes aan het verhaal. "Gothic" als het ware. Ook wat Dickensiaans, meermaals dacht ik aan Oliver Twist.  Het harde leven van een buitenstaander. Frannie kan geen kant op. 

In Engeland is dit eerste boek van Sara Collins toch wel een bestseller. Ik was vooral geïnteresseerd voor het gegeven van de rechtszaak in Old Bailey - begin negentiende eeuw. Old Bailey, genaamd naar de straat waarin dit gerechtsgebouw gelegen is, betreft de Central Criminal Court te Londen. Al bij al was het rechtshistorische element amper een onderdeel van het verhaal. 

Toch een bijzondere geschiedenis en een echte aanrader.


zondag 8 september 2019

Benjamin Myers - The Offing



I wanted to experience so much more of what is happening out there, beyond the confines of the rural colliery village that sat in the softly undulating fields, somewhere between the city and the sea.

Terwijl de “Eurostar” de tunnel naderde op weg naar het eindpunt van mijn vakantie in Engeland, was deze zin erg confronterend. Het zicht op het Engelse landschap en het lezen van deze roman, een plagend einde.

Dit boek, The Offing van Benjamin Meyers, is zo’n boek dat ik had willen schrijven. Het verhaal gaat over Robert Appleyard die op zijn zestiende vlak voor de zomer zijn mijnwerkersdorpje nabij Durham, zo’n typische Engelse ‘cathedralcity’ verlaat. De tweede wereldoorlog is net afgelopen. Engeland likt zijn wonden. Hij is in feite voorbestemd om in de mijnen aan het werk te gaan.

My parents had never even entertained the idea that I might do anything else but join the pit.

Maar Robert gaat blijkbaar op (tijdelijk) avontuur. Zonder echt plan. Genietend van de natuur. Prachtig omschreven door de auteur. Het oog van een dichter. Bij zijn zwerftocht komt hij uiteindelijk terecht bij ene Dulcie Piper, een excentrieke vrouw die met haar Duitse herder ‘Butler’ woont nabij de kust. Dulcie lust wel een borrel, kookt heerlijk, weet wat over literatuur en is ook wat excentriek. Gaandeweg ontdekt Robert ook meer over Dulcie. 

Dulcie doet Robert nadenken over zijn toekomst. Naar huis terugkeren.....naar de mijnen? Zal Robert naar Dulcie luisteren? Wat zijn trouwens de opties? 

Iedereen heeft in feite een ‘Dulcie’ nodig. Iemand die je af en te op het juiste moment die richting uitstuurt die je best past. Wat weten zestienjarigen over keuzes die moeten worden gemaakt: studiekeuzes, vrienden, hobby’s….? Het probleem is nu enorm complex, maar is het altijd geweest. Zeker als de keuzes beperkt zijn.


---
The Offing verscheen recent bij Bloomsbury