zondag 7 juli 2019

R.P. Cleveringa. Recht, onrecht en de vlam der gerechtigheid. - Kees Schuyt.


"Toen het op handelen aankwam , op 26 november 1940, had hij geen aansporing nodig om voor zichzelf te weten wat hij moest doen."

Sir Winston Churchill

De uitgave van deze voortreffelijke biografie van de Nederlandse topjurist Rudolph Pabus Cleveringa (1894-1980) is een toch wel zeer bijzonder initiatief. Het is zeer uitzonderlijk dat het levensverhaal van een jurist op dergelijk grondig gedocumenteerde wijze wordt besproken.

Bijzonder is ook dat zijn familiaal leven en juridische standpunten over bepaalde kwesties nog eens uitvoerig worden besproken. Terecht, want hoe anders kan de moedige daad die deze man stelde op 26 november 1940 worden verklaard?

Rudolp Pabus Cleveringa.

Rudolp Pabus Cleveringa (roepnaam Ru) werd op 2 april 1894 te Appingendam geboren. Zijn vader was magistraat en het stond dan ook vast dat de zoon 'Ru' verder zou gaan studeren. Het is typisch in deze biografie hoe de auteur allerlei details weet te vertellen. Je leert ook allerlei bij over het Nederlands onderwijssysteem dat spijts alle goede organisatie uiteindelijk nog aandacht vereist van de ouders. Zo leren we hoe de vader van Cleveringa eens ging informeren waarom zijn zoon nog in de derde klas zat.  Zo kwam men later ook weer tussenbeide toen bleek dat het voor talen wat minder ging. Samen met een vriend (door wederzijdse ouders besloten) werd hij in de zomer van 1910 voor een maand naar Zwitserland gestuurd bij een Franssprekende familie, beschaafd en belezen in de Franse letteren. Dit ging zonder problemen. De jonge Cleveringa schreef zijn belevenissen neer in een dagboek en hield er een liefde voor de natuur en Zwitserland aan over. Wil in onze huige tijden dit een ouder eens zien doen?

Na het staatsexamen gymnasium dat hem toegang verleende tot een academische studie doet er zich toch nog iets verrassends voor. Een klein intermezzo. Samen met twee vrienden gaat hij in de zomer van 1913 op zeereis  naar Sint-Petersburg. Een heel avontuur, zijn jeugd achter zich latend, met als resultaat een liefde voor de zee. Vervolgens is er de studie rechten aan de gerenomeerde universiteit van Leiden. Net als zijn vader.

Mooi is toch wel de gedetailleerde omschrijving van het studentenleven. Blijkbaar was het de gewoonte om na examens 'dure' diners te organiseren, er waren de jaarclubs., streekgenootschappen, relatie met de hoogleraren......allemaal zeer interessant om hier 'en passant' wat over te lezen.  Aan de universiteit wordt hij geconfronteerd met één van de grootste Nederlandse juristen aller tijde , de hoogleraar Eduard Meijers (1880-1954).  Deze had mede door zijn praktijkgerichte aanpak een belangrijke invloed op de vorming van Cleveringa als jurist en mens.

In 1917 studeerde hij cum laude af en promoveerde in 1919. Titel van zijn proefschrift : 'De zakelijke werking der ontbindende voorwaarde'. Opvallend waren de rechtshistorische elementen. Vermoedelijk kwam deze benadering er onder invloed van Meijers.

Intussen deed Cleveringa beroepsmatig als jurist de nodige praktische ervaring op (als juridische adviseur bij het Distributiekantoor voor IJzer en staal en later bij de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij). In 1926 werd hij benoemd als rechter in de Arrondissementsrechtbank te Alkmaar. Hij leek voorbestemd voor een loopbaan in de magistratuur doch in 1927 ging hij in op een aanbod voor een functie als hoogleraar in het handelsrecht en het burgerlijk procesrecht aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Daar was hij op gegeven moment ook decaan en zelfs rector. 

In 1958 nam hij na meer dan dertig jaar afscheid van zijn hoogleraarschap in Leiden en ging aan de slag als gewoon lid van de Raad van State. Hij was in deze functie actief tot 1963. Hij was er al sedert 1945 actief als lid in buitengewone dienst, positie die hij verder nog tot 1969 zou bekleden.

Cleveringa publiceerde tal van juridische artikelen, voorwoorden en was ook de auteur van twee handboeken. Zo was er het standaardwerk over het zeerecht" dat hij meermaals heeft herzien (vierde druk in 1961). Deze materie heeft hij steeds verder opgevolgd . Hij was ook actief voor de Nederlandse overheid in de naoorlogse Brusselse Zeerechtconferenties van 1952 en 1957. Verder was hij ook de auteur van een basiswerk over het procesrecht (Mr. W. van Rossem’s Verklaring van het Nederlands Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, - laatste bijwerking 1972). Opvallend hoe hij daar na zijn loopbaan zo keihard aan heeft verder gewerkt. En nog meer opvallend is dat de auteur de werkmethode onderzocht en mooi omschreven heeft in deze biografie.

'Ru' was ook een familieman. Hij trouwde in 1922 met Hiltje Boschloo. Ze hadden samen drie kinderen. Het familieleven komt meermaals vrij gedetailleerd aan bod.

Tot nu toe een vrij gewoon verhaal van een rechtsgeleerde. Waarom deze biografie dan? Wel voor die ene toespraak die hij deed tijdens WO II.

26 november 1940.

" Het is deze Nederlander, deze nobele en ware zoon van ons volk, deze mensch, deze studentenvader, deze geleerde dien de vreemdeling, welke ons thans vijandiglijk overheerscht, ‘ontheft van zijn functie’! Ik zeide U niet over mijn gevoelens te zullen spreken; ik zal mij eraan houden, al dreigen zij als kokende lava te barsten door al de spleten, welke ik bij momenten den indruk heb, dat zich, onder den aandrang ervan, in mijn hoofd en hart zouden kunnen openen."

Dit is een citaat van een rede die Cleveringa aan de universiteit van Leiden heeft gehouden op 26 november 1940. Cleveringa die op dat moment decaan was van de rechtenfaculteit protesteerde fel tegen het ontslag van Eduard Meijers en andere Joodse medewerkers aan de universiteit van Leiden. Hij vond het zijn plicht om op te treden. Ontroerend is hoe hij de avond voor deze voordracht zich richt tot zijn vrouw Hiltje. De gevolgen zouden uiteraard voor het gezin desastreus kunnen zijn. Zij stond resoluut achter haar man en zei hem : "Ze nemen je vast als je dit gaat zeggen, de ellendelingen. (..) 'maar als je meent dat het je plicht is, moet je het doen.' 

De toespraak is legendarisch. Meermaals wordt de decaan omwille van  applaus onderbroken. Nadat hij uitgesproken was begon men spontaan het 'Wilhelmus' te zingen. Een opmerkelijke rede toch in volle oorlog. Een symbool van het geestelijk verzet tegen de onderdrukking door de bezetter en collaboratie. Zijn toespraak werd in 2015 in het radioprogramma OVT uitgeroepen tot de belangrijkste van de twintigste eeuw in Nederland.

Cleveringa werd de dag nadien opgepakt. Ook dit heeft de auteur zeer pakkend omschreven. Het is dan ook opmerkelijk dat hij later toch nog werd vrijgelaten. Zijn baan als hoogleraar was hij kwijt. Na de oorlog werd hij weliswaar in ere hersteld.

...en achteraf?

Is er over Cleveringa nog iets te vertellen na deze beroemde toespraak? Had de auteur van deze biografie zijn activiteiten, opzoekingswerk kunnen stopzetten? Neen! We mogen vooreerst niet vergeten dat hij tijdens het verder verloop van de oorlog nog twee keer werd opgepakt en daarbij de laatste keer vrij lang werd opgesloten.

Toch kwam hij ook nu weer vrij. Vlak voor de bevrijding dook hij onder. Hij was op verzoek van de regering in ballingschap 'ondergronds' actief in het College van Vertrouwensmannen.  Deze had als  taak om vanaf de bevrijding tot de terugkeer van de regering in Nederland als haar vertegenwoordiger op te treden en zo te voorkomen dat er tijdelijk een gezagsvacuüm zou ontstaan. Ook weer een heel gevaarlijke taak. 

Na de bevrijding was hij verder actief in het rechtsherstel. Hij was begaan met het vermogensrechtelijk herstel voor al diegenen (onder wie veel Joodse burgers) die onder de Duitse bezetting hun bezittingen onder druk hadden verloren. Dit leverde allerlei juridische kwesties op, onder meer voor de bezitter ter goeder trouw of zoals de auteur dit omschrijft : 'zoeken in een juridisch struikgewas'. Dan was er nog de problematiek van de houding van sommige studenten en Nederlandse diplomatieke en consulaire ambtenaren tegenover Nederlandse uitgeweken. Wie zat goed en wie fout? Cleveringa werd door de regering onder meer aangezocht om dit te onderzoeken. 

Interessant, vanuit juridisch oogpunt, is de Hoge Raad-kwestie. Cleveringa nam hierover aanhoudend standpunten in. Ze had volgens de opvatting van Cleveringa geen helder standpunt ingenomen tegen schendingen van de onafhankelijkheid. In het naoorlogse Nederland was het noodzakelijk om het gezag van dit rechtscollege (en dus in feite de rechterlijke macht) te herstellen. Het was constitutioneel gezien ook een moeilijke kwestie. Hoe, en door wie, roep je deze ter verantwoording? 
Na de oorlog kreeg hij tal van eervolle vermeldingen. Hij was in 1946 ook de promotor bij de toekenning van het eredoctoraat van Sir Winston Churchill. De rede van Cleveringa wordt uitvoerig besproken. Mooi vond ik de passage over het feit dat hij de staatsman als een 'kunstenaar van het recht' omschreef.  

"Er zijn situaties waarin de gerechtigheid het best en het meest wordt gediend met rustig, geduldig, toegewijd, helder denken en andere situaties, waarin de gerechtigheid de stralende vlam (the bright frame) nodig heeft van het artistieke genie." 

Mooi Machiavelliaans omschreven...toch? 

Na de oorlog zal hij ook zijn in gevangenschap overleden collega en vriend, Ben Telders (1903-1945),  meermaals herdenken. Ook hier gaat de auteur terecht dieper op in.

Beoordeling.

De auteur, Kees Schuyt, is socioloog, jurist en schrijver. Hij schreef eerder een biografie van de schrijver-dichter, verzetsman en criminoloog J.B. Charles/W.H. Nagel.

Wat een prestatie leverde hij met dit werk.  Je zou kunnen stellen dat dit te grondig en te vleiend is. Nu ik denk dat de daad die Rudolph Pabus Cleveringa in volle oorlogstijd stelde ongelooflijk is. Wie durft dit? En de grondigheid is de keuze van deze biograaf die deze moedige daad wou onderzoeken. Een prachtig eerbetoon. De houding van Cleveringa moet worden doorgegeven aan toekomstige generaties. Dit document was nodig.

Het was voor mij een belangrijk (rechts)historisch werk. Men komt heel wat te weten over WO II.  

Sommige juridische kwesties zijn misschien wat al te grondig voor de leek. Voor mij was dit enorm leerrijk. Vele passages in dit boek, citaten uit publicaties en toespraken vond ik toch zeer bijzonder, bijvoorbeeld deze :

"Er is een diep innerlijk weten dat er meer is dan het verstand alleen en dat dit meerdere zich niet tot zwijgen laat brengen. Hiermee moet men binnen en buiten de grenzen gelijkelijk te rade gaan; doet men dat niet, dan loopt men het gevaar door over-verstandelijkheid tot gemis aan wijsheid te komen."

En wat is er trouwens verkeerd en misschien noodzakelijk om stil te staan bij bepaalde juridische kwesties zoals het naoorlogse rechtsherstel? Of de houding van Cleveringa in het internationaal zeerecht tegenover diegenen die zich aan het eigen nationaal recht vast bleven houden. Actueel toch?

Dit moet toch in de prijzen vallen!!

---
Verschenen bij Boom Uitgevers Amsterdam (2019)


vrijdag 5 juli 2019

Yu Miri - Tokyo Ueno Station




"I used to think life was like a book: you turn the first page, and there's the next, and as you go on turning page after page, eventually you reach the last one. But life is nothing like a story in a book. There may be words, and the pages may be numbered, but there is no plot. There may be an ending, but there is no end."

Spijtig genoeg beheers ik de taal onvoldoende. Een met veel ambitie begonnen avondopleiding Japans heb ik na een dik jaar stopgezet. Maar de liefde voor de Japanse literatuur is gebleven: Yukio Mishima, Junichiro Tanizaki, Yasunari Kawabata...zijn de klassiekers. Maar ik wil wat meer. Het kan ook niet altijd Murakami zijn. De Japanse literatuur is meer dan dat. In de betere boekhandel ga ik graag op zoek naar Japanse vertalingen. En dit is dan zo'n pareltje.

Het verhaal wordt verteld door Kazu zelf die als 'geest' ronddoolt in en om het Uenopark (上野公園Ueno Kōen) , een openbaar park gelegen in het district Ueno van TaitoTokio. Bekend onder meer om zijn sprookjesachtige schoonheid wanneer de bloesems in bloei zijn. 

Kazu's geest vertoeft er nabij daklozen. Via hen nemen wij kennis van elementen van de geschiedenis van Japan zoals de bombardementen tijdens WO II. Ook vangen we soms gesprekken op van voorbijgangers, nieuwsberichten,...maar af en toe vertelt Kazu ons ook zijn levensverhaal.  Het betreft een vrij somber verhaal. Kazu is  geboren in 1933 te Fukushima. Hetzelfde jaar als de voormalige Japanse keizer Akihito. Later in 1960 zal zijn zoontje op dezelfde dag geboren worden als de huidige keizer Naruhito.  Kazu is van arme komaf. Hard werk, onder meer als bouwvakker actief in het kader van de Olympische spelen Tokyo 1964. Nooit klaagt hij. Kazu lijkt het symbool voor de wederopbouw van het naoorlogse Japan. Hij vertelt ons het verhaal van deze wederopbouw vanuit zijn leefwereld. Een harde realiteit. Steeds weg van huis om te werken voor zijn gezin. Vervreemd van vrouw en kinderen.

Kazu beseft dat hij niet bij machte was om zijn kinderen te geven wat ze zo graag wouden hebben. Het ene kind klaagt (zijn zoontje....) en het andere kind (dochter...) lijkt dit te aanvaarden. Zo pakkend is de passage waarbij het zoontje huilt wanneer Kazu een helikoptervlucht niet kan betalen. Iets wat zijn zoon zo graag had willen meemaken. "That day,  the sky was blue as a strip of cloth. I wanted to give him that helicopter ride, but I couldn't afford it, and so I couldn't - I still regres it. And ten years later, on that awful day, that regres again stabbed my heart, it is still with me now, it never leaves - "

Ik kan dan ook met heel veel enthousiasme 'Tokyo Ueno Station' van Yu Miri aanbevelen. Het boek krijgt een prominente plaats in mijn verzameling en als ik ooit die reis naar Japan doe dan herlees ik het zeker.

De auteur, Yu Miri (1968) is van Koreaanse afkomst maar schrijft in het Japans. Ze won de prestigieuze Akutagawa-prijs. Sedert 2015 woont ze in Minamisōma, Fukushima. Ze heeft er een boekhandel en theater. Tijdens een lezing (universiteit Chicago) vertaalt ze haar verhaal en uiteraard de gevolgen van de ramp in Fukushima. 
https://www.youtube.com/watch?v=MTUX3dO_z18  (vanaf ca. min 11)

In dit boek lijkt de auteur zoals Dickens de sociale mistoestanden te willen aanklagen. 'Het nieuwe Japan is er ook omwille van mensen als Kazu' zou men kunnen uit dit verhaal halen.  

Vertaling door Morgan Giles (link interview hierna)
https://booksandbao.com/2019/01/16/meet-translator-morgan-giles-interview/

Uitgave door Tilted Axis Press